Orde en chaos 6
Apollinisch-Dionysisch: orde en extase
- Docent(en): Koen Verrycken
- Jaar: themajaar
- Datum: 24 februari 2024
Beschrijving
De begrippen ‘apollinisch’ en ‘dionysisch’ zijn ons het best bekend uit Friedrich Nietzsches Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik (1872), hoewel Nietzsche deze begrippen niet zelf heeft gecreëerd. Constitutief voor de hele Griekse cultuur en haar ontwikkeling was volgens Nietzsche de tegenstelling tussen twee artistieke ‘oerdriften’, het apollinische en het dionysische. Het apollinische principe, zo genoemd naar Apollo, de god van maat, orde en begrenzing, kwam volgens Nietzsche tot uitdrukking in de apollinische kunst (beeldende kunst, epos, apollinische muziek), in de politiek (de harmonisch geordende staat) en de ethiek (de wijze begrenzing). Het dionysische principe, genoemd naar Dionysus, de god van de wijn, kwam tot uitdrukking in de dionysische kunst (de dionysische muziek, de lyriek). In de Griekse tragedie (dramatische handeling versus koorlyriek) komen volgens Nietzsche beide kunstdriften samen. Meer in het algemeen was de tegenstelling tussen het apollinische en het dionysische voor Nietzsche de tegenstelling tussen droom en roes, tussen orde en extase.
Nietzsche baseerde zich voor zijn concept van de tegenstelling tussen het apollinische en het dionysische op de metafysica van Arthur Schopenhauer (Die Welt als Wille und Vorstellung, 1819). Het apollinische vertegenwoordigt Schopenhauers wereld als voorstelling, die onderworpen is aan het principe van individuatie. Het dionysische daarentegen verwijst naar de wereld als wil: het doorbreekt ruimte, tijd en individuatie, het vernietigt alle grenzen en verenigt de extatische mens met de hele mensheid en de hele natuur.
We zullen in de cursus enkele representatieve fragmenten uit Nietzsches Geboorte van de tragedie lezen. Ook zullen we vanuit Nietzsche een blik werpen op De Bacchanten (406 v.C.) van Euripides, een tragedie die handelt over de botsing van de dionysische extase met de burgerlijke orde. En ten slotte zullen we aandacht schenken aan enkele momenten in de ontwikkeling van de polariteit apollinisch-dionysisch na Nietzsche (Carl Gustav Jung, Ernst Bloch, de moderne kunst).
Professor emeritus Koen Verrycken is Doctor in de Wijsbegeerte, Licentiaat in de Klassieke Filologie, Licentiaat in de Geschiedenis (Oudheid) en Kandidaat in de Oosterse Filologie en Geschiedenis. Hij doceerde onder meer antieke filosofie, geschiedenisfilosofie en metafysica aan de Universiteit Antwerpen. Hij was bestuurslid en later ondervoorzitter van de SCFA.
Publicaties:
Dialectiek van de Griekse Verlichting, Academic and Scientific Publishers, Brussel, 2023
Geschiedenis, antropologie en schuld. Douglas Murray en de geschiedenisfilosofie, Academic and Scientific Publishers, Brussel, 2021
Athene of Jeruzalem. De filosofie en de heilige waarheid, Academic and Scientific Publishers, Brussel, 2019
Giacomo Casanova’s Histoire de ma vie. Polytropie, demonie en melancholie, Academic and Scientific Publishers, Brussel, 2017
“The Metaphysics of Ammonius Son of Hermeias”, in R. Sorabji ed., Aristotle Transformed. The Ancient Commentators and Their Influence, Bloomsbury, Londen enz., 20162, p. 215-250
“Bonte goden. Polychromie en ideologie”, in Streven 83 (2016), p. 55-65
Onverborgenheid en eros. Het lichaam achter de Griekse filosofie, Academic and Scientific Publishers, Brussel, 2015
“John Philoponus”, in L.P. Gerson ed., The Cambridge History of Philosophy in Late Antiquity, Cambridge University Press, Cambridge 20152, p. 733-755
Metaphors in Modern and Contemporary Philosophy, Academic and Scientific Publishers, Brussel, 2013 (co-editor)
“Aristoteles op de Mont-Saint-Michel. Reflecties bij de Gouguenheim-affaire”, in Streven 78 (2011), p. 963-973
W. Dilthey. De onmogelijkheid van de metafysica, Damon, Budel, 2010 (coauteur)