Moderne westerse filosofie 3
€30.00 – €40.00
Kant, Hegel en Marx
- Docent(en): Herbert De Vriese
- Jaar: 2de jaar
- Datum: 20 september 2025
Description
De tweede helft van de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw vormen een periode van radicale omwentelingen in de geschiedenis van de Europese cultuur.
Engeland kent zijn industriële, Frankrijk zijn politieke revolutie. In Duitsland voltrekt de revolutie zich echter vooral op het filosofisch-intellectuele vlak.
De filosofen van het Duitse Idealisme luiden de doodsklok over de klassieke filosofie en stellen het thema van de menselijke vrijheid centraal. De critici van het Duitse Idealisme stellen zich tot doel om de nieuwe filosofie te verwerkelijken en zetten het denken definitief op het spoor van de aanstormende moderniteit.
Kant, Hegel en Marx zijn de drie exponenten van deze beweging. De eerste zet haar met zijn indrukwekkende kritische oeuvre in gang, de tweede denkt haar door tot in haar ultieme consequenties, de derde zet de hermetische theorie met de voeten op de grond om haar een blijvende praktische relevantie te geven.
Herbert De Vriese is professor aan het Centrum voor Europese Filosofie van de Universiteit Antwerpen. In 2011 behaalde hij zijn doctoraat aan de Universiteit Antwerpen met een proefschrift over de Jonghegelianen, een groep Duitse denkers die aan de filosofie van Hegel een praktische wending gaf. Zijn centrale onderzoeksinteresse betreft de transformatie van de Europese filosofie in de overgang van Hegel naar Nietzsche, de zogenaamde ‘revolutionaire breuk’ in de negentiende-eeuwse filosofie. In een breder perspectief onderzoekt hij de geschiedenis van de moderne metafysica(kritiek) en de samenhang tussen filosofiegeschiedenis en cultuurgeschiedenis.